Het einde van de BV: de turboliquidatie
Het laten beëindigen van een vennootschap kent in principe twee smaken: het faillissement of een ontbinding.
Eerste en tweede situatie
Variant: turboliquidatie
Is het zo simpel?
Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder(s)
De zaak bij het Hof kende een andere afloop. In deze zaak waren de feiten als volgt: BV X exploiteert een uitvaartonderneming. BV X is veroordeeld om een bedrag van € 170.000 aan een schuldeiser te betalen. BV X betaalt niet. Tegelijkertijd richten de bestuurders van BV X een nieuwe vennootschap op, genaamd BV Y. De onderneming wordt vervolgens van BV X overgedragen naar BV Y en tegelijkertijd wordt BV X ontbonden via de weg van de turboliquidatie. De schuldeisers kan zich vervolgens nergens op verhalen.
Er zijn recent twee uitspraken gewezen waarin rechters vonden dat wel moest worden opgezegd. Dat waren wel uitspraken in uitzonderlijke situaties. In de ene uitspraak ging het niet om een oordeel van de kantonrechter, maar van een college van arbiters. Dat is een enigszins andere soort rechtspraak.
In de andere uitspraak was sprake van een terminaal zieke en uitbehandelde werknemer, zonder enig perspectief op terugkeer in het werk. In die situatie vond de rechter dat werkgever wel moest opzeggen, en de transitievergoeding moest betalen.
Tegenover deze twee uitspraken, staat een andere recente uitspraak. Daarin oordeelde de kantonrechter dat de werkgever juist niet hoefde op te zeggen.